zondag

Het leren van een taal bij kinderen

Kinderen leven in een wereld met taal. In de meest gezinnen wordt volop gepraat. Het leren van een taal is zoiets vanzelfsprekend dat men er nauwelijks over nadenkt hoe het mogelijk is dat een kind gaat begrijpen wat er gezegd wordt. En dat hij diezelfde taal gaat spreken.

In eerste instantie zal de taal uit de omgeving door het kind worden nagebootst. dat is meestal de taal die de ouders spreken. Het wordt dan ook niet zomaar je moedertaal genoemd.

Het leren van de taal is een natuurlijk proces. Het is een voortdurende confrontatie met beeld en geluid en het horen van de grammaticale structuur, die het kind nabootst, herhaalt wen zich eigen maakt.
Het wordt automatisch toegepast en het kind eigent zich deze manier van communiceren toe.

De eerste taal wordt niet alleen door de moeder beinvloed, maar ook door de manier waarop er door de moeder en vader wordt gecommuniceerd en waarop men met elkaar omgaat. En de manier waarop men de taal gebruikt, naast de lichaamstaal en het gebruik van de stem.

woensdag

Spelen!?

Hij speelt!
Ja, mijn pleegzoon speelt.
Hij speelt buiten.
Dat mag logisch klinken voor een kind van bijna 4, maar dat is het niet.
Al 4 maanden woont hij bij ons en is onze grote tuin tot zijn beschikking, maar tot spelen kwam het niet.
Wat hij wel deed was:
..door de planten lopen
..bloemen plukken
..met zijn handen in de tuingraven en de grond omhoog gooien
..de was van de lijn trekken
..zijn 1 jaar jongere pleegbroertje slaan en omduwen
..hem opstoken om de tuin te vernielen
..bij de deur zeuren om naar binnen te mogen
..driftbuien oproepen als er iets van gezegd werd

Totdat ik ineens de woorden van mijn eerste pleegzorgbegeleider herinnerde: Maak de ruimte niet te groot, want dan voelen deze kinderen zich onveilig.
Hoe kleiner de box waar ze in mogen spelen, hoe veiliger ze zich voelen.

En inderdaad is de tuin veel te groot voor hem; ongeveer 30 bij 20 meter.
Nu mag hij niet meer in de tuin, ik heb het terras als zijn speelplaats gemaakt, afgeschermd met planten in potten en een bankje. Nu heeft hij 20m2 tot zijn beschikking.
En zie: hij speelt! Wat een rust.


Spielgruppe voor het kind en... de moeder


Wat een vreemd systeem hebben ze hier in Duitsland. De Kindergarten is niet verplicht en er is een enorm tekort aan plekken. Het is een soort mix van creche en kleuterschool. Je kunt je kind rond twee-en-een-half jaar brengen tot 6 jaar. De openingstijden zijn van 7.30 tot 17.30. Wil je een plek voor je kind, geef hem dan rond de geboorte op.
Toen ik mijn pleegkinderen wilde opgeven, bleek de wachttijd zeker anderhalf jaar te zijn. Dat betekent dus dat een tijdelijk pleegkind nooit aan de beurt zal zijn. Tegen de tijd dat er een plekje is, is het kind weer weg.

Maar ik hoorde van een alternatief. Tenminste, dat werd me gezegd. Er was de mogelijkheid om EE op te geven op de Spielgruppe, gewoon in Millingen. Het kon niet beter, dacht ik. Al snel hoorde ik dat het anderhalf uur in de week was. Dat kon toch niet waar zijn, is het kind net aan het spelen, moet het weer naar huis.

Deze morgen ging ik met de kinderen naar de Spielgruppe. Ik dacht EE af te zetten en snel met JJ naar de winkel te gaan. Misgedacht: het is wel de bedoeling dat je als moeder erbij blijft. Nee, we spelen niet echt met speelgoed of zo, we zitten in de kring, zingen liedjes, maken muziek en dansjes. Alles via een bepaalde structuur. Moeders zorgen voor hun eigen kind. Ik mocht JJ ook wel mee laten doen.

Ja, zie je het al voor je, twee kinderen die al moeilijk te structureren zijn en die dan anderhalf uur moeten meedoen met zingen, dansen en spelletjes doen? Met al die kinderen en al die moeders?

Dat gaat echt niet lukken, EE zal er alles aan doen om in het middelpunt te staan van de belangstelling. Hij zal er alles voor doen om net dat te doen wat niet de bedoeling is, met JJ op sleeptouw...

Ik ben maar weer gegaan met een gillend en krijsend kind, ik had hem immers wat beloofd.
Ik hoef dit echt niet te proberen. Deze onthechte kinderen laten zich niet zomaar structureren, in een groep mensen nog wel.

Thuis doe ik er alles aan om de dag zo duidelijk mogelijk te maken en ze aan structuur te laten wennen. Dat gaat de laatste tijd redelijk goed, omdat ik voet bij stuk hou en er geen afleiding is van andere mensen. De driftbuien zijn bijna verdwenen. En dat wil ik graag zo houden. 

zaterdag

Ikea en de ballenbak



Met mijn 2 pleegkinderen van bijna 3 en bijna 4 ga ik niet graag winkelen. Beide kinderen zijn zeer zelfbepalend, wat inhoudt dat zij willen bepalen of ze met me mee lopen dan wel door de winkel rondrennen. Ook graaien ze graag allerlei dingen uit de schappen, want dat hebben ze nodig of is lekker. Nu neem ik JJ meestal nog in de wandelwagen mee, want daar kunnen daar ook de boodschappen onderin meegenomen worden. EE laat ik met een klein winkelwagentje door de winkel lopen. Wel met de afspraak dat hij bij mij blijft en dat ik zeg wat we meenemen.
Dat is elke dag weer een spannende onderneming, want beide kinderen hebben last van gigantische driftbuien als ze hun zin niet krijgen of er iets gebeurt wat ze niet willen. 
Het is lang niet meer zo erg als in het begin, maar het overkomt me nog regelmatig dat ze de sirene aanzetten en flink van zich laten horen. Dan heb ik ze ook niet zomaar weer stil.

Vanmorgen wilden we naar Ikea. Nu is deze winkel kindvriendelijk, want ze hebben een speelplek waar op de kinderen gepast wordt. Ideaal, daar heb ik vaak gebruik van gemaakt met kinderen.
Toen we bij Ikea aankwamen stond er al een rij ouders met veel kinderen. Geduldig wachtend stonden we in de rij... schoentjes al uitgedaan en de papieren ingevuld met de naam en de leeftijd van de jongens.
Toen er voor ons nog 1 gezin stond kwam er een leidster met het bord VOL en hing het op. Over een uurtje mochten we het weer proberen.
De teleurstelling was te groot, ze zetten het op een brullen. Snel pakten we een winkelwagen en zetten de jongens erin. Op naar het restaurant, even wat drinken zodat we toch nog even door de winkel konden gaan. Dat hielp gelukkig. We hebben nog een uur kunnen rondlopen en gekocht wat we nodig hadden. Volgende keer maar heel vroeg gaan....


donderdag

Pleegkinderen en de rest...

Sinds 3 weken hebben we twee pleegkinderen, JJ is ruim 2 jaar. Hij is klein, snel en fel, valt over niets. Hij lijkt geen gevaar te zien, hij klimt overal op om er vervolgens weer af te vallen. Hij doet dit rustig een aantal keer achter elkaar, doet zich soms vreselijk pijn, maar hij lijkt geen verband te zien tussen zijn daden, het vallen en de pijn.
Het verzorgen en opvoeden van twee kleine pleegkinderen is een stuk zwaarder dan eentje tegelijk. Alles verdubbelt namelijk niet, maar verviervoudigt denk ik.
Onze oudste pleegzoon, EE die over 3 maanden 4 jaar wordt kwam al moeilijk tot spelen, nu lijkt hij het helemaal niet meer te kunnen en vooral niet te willen. Het liefst stookt hij JJ op tot het doen van allerlei dingen die niet mogen of echt niet kunnen: graven in de grond, bloemen plukken, met speelgoed gooien enzovoort. JJ doet wel mee, zit volop in het leerproces en gaat waarschijnlijk denken dat dat hier zo hoort.
Ik haal de twee dus na een half uurtje buiten spelen uit elkaar, de een gaat binnen met de duplo en de ander blijft buiten of gaat op z´n kamer spelen, daarna volgt weer een half uurtje samen of TV kijken. En vervolgens spelen ze weer apart.
Als je ze samen ziet lijken het twee jonge honden met ADHD, spelen ze apart dan is JJ een heel ander kind; hij kan spelen, maakt leuke bouwwerkjes van duplo en vertelt van alles.
Hij wil graag bij me zijn, wil getroost worden als hij huilt en is een rustig kind.
Bij EE blijft het drukke en dwarse gedrag. Als hij op z´n kamer moet spelen, volgt er eerst een driftbui, die hij abrupt kan stoppen, net zoals hij zo´n bui gewoon plotseling kan starten. Hoe minder aandacht ik er aan besteed, hoe sneller hij er mee ophoudt.
Als hij dan op z´n kamer speelt, hoor ik hem vaak mopperen, hij kan z´n frustraties dan uiten op z´n knuffels of de duplo. Meestal komt hij niet echt tot spelen, maar hij wordt er wel een stuk rustiger van.

Helaas merk je bij hem dat er iets helemaal niet goed zit met de hechting: hij is eigenlijk de hele dag bezig om mij boos te krijgen of negatief te laten reageren. Als ik met hem praat over zijn gedrag geeft hij gepaste antwoorden, maar als ik zeg, dat hij lief moet gaan spelen, kan hij direkt weer een driftbui starten en er is dan even niets met hem te beginnen.

Hoe lang hou ik dit vol?

vrijdag

Nee, nee en nog eens nee!!!

Al bijna 3 maanden woont onze pleegzoon van ruim 3 jaar bij ons. Hij is niet makkelijk om mee om te gaan. Hij wil eigenlijk alleen doen waar hij zin in heeft, heeft grote moeite met gezag, komt niet zelf tot spelen en is grensoverschrijdend in zijn gedrag.
In een zin beschrijf ik een kind met een behoorlijk hechtingsprobleem.
Een van de vervelendste dingen vind ik zijn gegil, gehuil en driftbuien als hij zijn zin niet krijgt. Natuurlijk werk ik daar hard aan, maar dit gedrag is toch behoorlijk hardnekkig.
Om hem tot spelen te krijgen heb ik een grote poster gemaakt met een aantal onderdelen, zoals: met duplo spelen, boekjes kijken, een tekening maken, buiten spelen en TV kijken.
Alleen TV kijken bevalt hem en dus beginnen we daarmee, ik zet de wekker en na een half uur moet hij dan bv buiten spelen. De TV gaat uit en EE en z´n pleegbroertje JJ, die een jaar jonger is dan hij en nu 3 weken bij ons woont, naar buiten. Ik vertel vlak voor het afgaan van de wekker dat hij straks naar buiten gaat, lief gaat spelen en niet gaat zeuren bij de schuifpui.
Dat moet ik wel zeggen anders levert het zeker een driftbui op, in ieder geval veel gezeur.
Als de EE en JJ buiten spelen zet ik de wekker pas als het echt te gek wordt of als ik merk dat hun gedrag de spuigaten uitloopt of ze elkaar alleen maar dwarsliggen.
Als ze lief buiten spelen zet ik natuurlijk geen wekker, maar dat gebeurt niet vaak, helaas.
Daarna laat ik hem een poosje TV kijken, terwijl ik hem weer voorbereid op wat na de wekker gaat komen. En wat ik verwacht van z´n gedrag.
Als ik dit niet doe en hem de vrije hand geef komt hij niet tot spelen. Dan rent hij door het huis en weer naar buiten, gooit van alles om, plaagt z´n pleegbroertje en schreeuwt steeds meer en harder.
Kan echt door het rooie lint gaan.
Zodra de wekker gaat begint hij Nee te gillen en regelmatig heeft hij een driftbui. Nee, nee en nog eens nee!


Soms vraag ik me af waar ik aan begonnen ben en soms denk ik: Wat is er toch met je gebeurd dat je je zo onveilig voelt en niet je kunt overgeven aan je spel? Dat je zelfs niet wilt spelen?


woensdag

Doorrijden, het stinkt hier



Het mooie zomerweer nodigt uit om een eind te gaan fietsen.
Omdat ik toch nog het een en ander nodig had wat in ons dorp niet te koop is, besloot ik vandaag naar Rees te fietsen. Mijn pleegzoon achterop en fietsen maar.
De heenreis viel mee, hij zag van alles wat zijn aandacht trok, zoals windmolens, koeien en paarden.
Winkelen vindt hij niet veel aan, zeker nu niet hij kan bepalen wat er gekocht wordt, maar ik. Dat was vroeger wel anders, vermoed ik, want hij kon aardig dwingend zeggen dat hij honger had en dringend een broodje wilde hebben. Of speelgoed wat hij wel leuk vond.

De terugreis was vermoeiend, hij had alles al gezien, zei hij. Hij zat maar te wiebelen met het gevolg dat ik af en toe slingerend over het fietspad ging.
We reden langs een boerderij met een geurende mesthoop. Hij pakte m´n jas beet en begon te schudden. Ik slingerde weer van links naar rechts. Hij gilde: Harder rijden Els, doorrijden, want het stinkt hier.

Wat een stadskind, hij komt uit Düsseldorf, hij is zulke lekkere plattelandsluchtjes niet gewend!

dinsdag

Op reis (vervolg)

10.00 Na een wandeling komen we aan bij het speeltuintje. Hij is druk en laat zich moeilijk gezeggen. Als hij zo´n bui heeft lijkt de speeltuin ook z´n charme verloren te hebben, hij schopt overal tegenaan, maar gaat na een paar minuten toch met de waterpomp spelen.
Evenlater ziet hij de glijbaan, ik zie dat deze nog nat is van de regen, maar hij is zo snel en glijdt naar beneden. Wat het nodige commentaar oplevert: Nu ben ik nat, ik wil een andere broek aan.
Dat doen we straks wel, zeg ik. Hij moppert wat, maar gaat toch verder spelen.

10.25 We lopen samen naar kantoor en hij begroet zijn moeder, die hem opwacht bij de hoofdingang. We kunnen wel in het speeltuintje spelen zegt ze vrolijk, wil hem bij de hand nemen.
NEE, zegt hij, ik wil in de speelkamer, want daar is leuk speelgoed. Moeder is teleurgesteld en probeert het nog een keer. Maar wat ze ook zegt, ze krijgt het niet voor elkaar.
De begeleidster adviseert om gewoon naar boven te gaan, anders heb je zo weinig aan dat ene uurtje.
In de speelkamer speelt hij leuk met z´n moeder, er is contact, interactie en liefde te zien.

11.30 Het afscheid nemen is ook deze keer moeilijk. Hij zegt NEE  en lijkt niet van plan om op te ruimen en z´n schoenen aan te doen. De begeleidster en moeder gaan alvast de speelkamer uit, ik doe z´n schoenen aan en vraag hem om mama een afscheidskus te geven. Hij rent naar haar toe en springt in haar armen. Wat is dit moeilijk voor moeder, ze huilt en kijkt me vertwijfeld aan.
En dit is mijn zwakste punt; als ik maar iets merk van liefde en interactie tussen moeder en kind dan kan ik me daar zo goed in verplaatsen, dat ik het liefst zou zeggen: Neem hem mee joh en zorg goed voor hem!
Dit is echt moeilijk.

12.03 De trein vertrekt en ik heb een kind bij me dat tegen me aanligt en zoooo moe is. Wat een emotionele uitputtingsslag is zo´n bezoekje.
Als we bijna bij Millingen zijn waakt hij op uit z´n dromen en zegt naar de toilet te moeten. Tja, dat kan niet, want de trein remt al af voor Millingen. We stappen uit en tot overmaat van ramp blijven de spoorbomen dicht. Maar ik moet zo nodig, zegt hij, al springend. Ineens staat hij stil en zegt: Oeps.
Z´n spijkerbroek wordt donkerblauw en bij z´n voeten vormt zich een plasje.
Geeft niet hoor, zeg ik, je hebt broeken genoeg, we trekken thuis een schone aan.

13.15 We zijn thuis, pffft

Op reis


6.30  Ik sta op, kleed me aan en zet koffie. Met een beetje geluk heb ik dan nog een uur voor mezelf om rustig koffie te drinken, even het nieuws te zien of achter de computer iets te doen. Vandaag gaan we weer samen met de trein naar Düsseldorf . Moeder zal er dan ook zijn en dan hebben moeder en zoon samen een uurtje in de speelkamer. Onder toezicht van een medewerker.

7.30 Ik hoor nog niets en besluit maar eens te gaan kijken. Hij ligt nog heerlijk te slapen, maar over ruim een uur vertrekt de trein, dus maak ik ´m wakker. Zijn kleren liggen klaar en ik zeg dat hij mag gaan aankleden. Hij schiet in verzet en zegt dat hij niet gaat aankleden, dat hij dat niet kan. Dat is prima, zeg ik, dan blijf jij hier zitten tot je jezelf wel kunt aankleden en dan ga ik in de kamer nog een kop koffie drinken. Ik laat hem achter en hoor hem mopperen. Een paar minuten later staat hij aangekleed voor me.

7.50 We gaan samen aan tafel zitten om te ontbijten. Ik smeer z´n favoriete nutella op een boterham en geef dit aan hem. Weer in verzet. Dat gebeurt met eten niet zo vaak. Zelfs als ik zeg dat we naar mama gaan met de trein verdwijnt z´n verzet niet. Integendeel, hij schuift z´n bord weg en weigert nog langer ook maar een hapje te eten. Ik probeer het op dezelfde manier als net bij het aankleden. Hij moet zitten blijven en ik ga naar de keuken. Een paar tellen later staat hij achter me en zegt dat z´n boterham op is. Hij staat daar met z´n bord in de handen, maar de boterham is niet op. Ik stuur hem terug en dat doet hij, luid krijsend. Ik ben niet van plan de strijd aan te gaan met hem, maar besluit wel hem niet meer van te voren te vertellen dat we naar moeder gaan. Dat ga ik voortaan pas zeggen als we naar het station lopen.

8.30 We lopen naar het station en ik ga een kaartje kopen. Een kaartjesautomaat met tiptoetsen. Hij moet tussen de automaat en mij blijven staan, want ik ben veel te bang dat hij omgeblazen wordt door de passerende goederentrein en even later de hogesnelheidstrein. Als ik bijna klaar ben met het intoetsen van het kaartje en met welk betalingsmiddel ik denk te betalen, schiet zijn hand naar het toetsenbord en duwt op: zurück. Ik kan opnieuw beginnen.

8.43 De trein vertrekt en de komende 68 minuten zitten we in de trein. Een plekje voor 2 en dus ziet hij niet zoveel mensen voor zich om de aandacht te trekken. Hij wil een autootje hebben om op het tafeltje te rijden. Na een halve minuut wordt dat gebruikt om te laten vallen en vervolgens moet je dus op de grond en eventueel onder de banken van de medepassagiers kruipen om het weer te pakken. Ik waarschuw hem dat dit de laatste keer is dat het autootje valt. Als het weer valt verdwijnt het in mijn tas. Natuurlijk is dan de lol eraf en stopt hij het direkt in mijn tas.
Hij begint op een hoge toon te praten en wel de meest bizarre dingen. Ik negeer hem en hij krijgt dorst. Appelsap uit een flesje drinken gaat hem goed af. Na een uur wordt hij het zat en wil op de stoel gaan staan. Wat natuurlijk niet mag, maar hij wil z´n schoenen wel uitdoen. Terwijl hij dat zegt, heeft hij het al gedaan. Dat levert nieuwe strijd op, want over 6 minuten zijn we in Düsseldorf. Ik kan hem afleiden met het kijken in de lucht of hij een opstijgend of landend vliegtuig ziet, want we zijn dan net bij Düsseldorf Flughafen. Hij ziet geen vliegtuig, maar intussen heb ik snel z´n schoenen weer aan gedaan.

9.51 We zijn in Düsseldorf. Omdat we pas om half 11 op kantoor hoeven zijn lopen we langzaam naar het speeltuintje tegenover het kantoor. Daar kan hij even zijn energie kwijt.


donderdag

De pamper kan weg, ik ben groot

De pamper kan weg, zegt mijn pleegzoon, nu ben ik groot. Zijn donkerbruine ogen stralen en hij lacht van oor tot oor. Al bijna twee weken heb ik dit vrolijke, eigenwijze en gezellige mannetje in huis. Om tijdelijk voor te zorgen.
Hij is drie-en-een-half en overdag is hij zindelijk, gaat uit zichzelf naar de wc. Bij de overplaatsing kreeg ik wat pampers voor de nacht mee, want ´s nachts zou het zindelijk zijn nog niet lukken. Maar na 10 droge nachten kan ik zijn zelfvertrouwen wel een stimulans geven.
Samen gooien we de laatste, inmiddels kapotte pamper weg. Want ook al is zo´n ding ´s morgens droog, na 2 nachten is hij niet meer te dragen.

Hij spreekt goed en op niveau, dus ik kan hem goed verstaan. Hij begrijpt mij niet altijd, want zijn duits is stukken beter dan het mijne. Hij zegt dan ook nogal eens: Was sagst Du? Dan heb ik kennelijk het verkeerde woord gebruikt of een hele foute zin gemaakt.
Ik heb al heel wat van hem geleerd, vooral het gewone huis- tuin- en keukenduits.

Hij is eigenwijs en zelfbepalend: hij heeft waarschijnlijk vaak voor zichzelf moeten zorgen of voor zichzelf moeten opkomen, maar hij laat zich, na een beetje aandringen, toch ook wel gezeggen. Want samen iets doen, samen kletsen vindt hij heerlijk.

Hij kan wel spelen, maar alles is vluchtig en chaotisch. Hij rent vaak heen en weer, wil graag dat ik voortdurend in zijn buurt ben. Wat logisch is, gezien zijn eerste onveilige jaren.
Buiten spelen doet hij graag, behalve als ik zeg dat hij maar even buiten moet gaan spelen. Dan protesteert hij voluit, want je gaat natuurlijk niet zomaar doen wat je pleegmoeder zegt.
Ik geniet echt van hem en ook van het werken met hem, de vooruitgang en ontwikkeling die hij hier meemaakt.

Maandagmorgen gaan we samen met de trein naar Düsseldorf, maar het kantoor van de Diakonie voor de bezoekregeling. Zijn moeder is er dan ook en dan hebben ze samen een uurtje in de speelkamer, wel onder toezicht van een pedagoge of maatschappelijk werkende. Ik ga dat uurtje de stad in. Ik ben benieuwd hoe moeder en kind op elkaar reageren en hoe hij na bezoekje zal reageren. Dat kan soms heftig zijn.

Wat er met hem gaat gebeuren weet ik niet, waarschijnlijk wordt de uithuisplaatsing officieel en zal hij opgevoed worden in een pleeggezin. Zolang dat nog niet zeker is blijft hij bij mij.





dinsdag

Een kind om voor te zorgen


Op 7 april ontdekte ik deze site. Een grote instelling die alles te maken heeft met hulpverlening aan kinderen. Een van de afdelingen was tijdelijk en crisisopvang van 0 tot 3 jaar.
Vlak nadat ik een mailtje had gestuurd met wat informatie en vragen werd er gebeld. Men had belangstelling in ons. Juist voor deze leeftijd hebben ze het liefst wat oudere en ervaren pleegouders. Er is veel vraag naar pleegouders voor deze leeftijd, veel mishandelde en verwaarloosde kinderen. Ook veel baby´s die verslaafd geboren worden.
Inmiddels zijn we 4 gesprekken en een huisbezoek verder en zijn we zo goed als aangenomen. Voor woensdag staat nog een gezondheidsonderzoek gepland bij een huisarts in Rees.

Dat de nood onder kinderen groot is merkte ik gisteren, ik werd gebeld of we deze week al een jochie van 3 jaar wilden opnemen. Ja, ja, de gezondheidsverklaring is nog niet binnen, maar misschien kun je de arts woensdag vragen of hij ons wil bellen na het onderzoek of alles in orde is. Het gaat tenslotte om een formaliteit. Dat gaan we dus doen en als de toestemming binnen is gaan we hem vrijdag ophalen.

Leuk, weer een nieuwe uitdaging en weer een poosje kunnen zorgen voor een kind wat zo weinig zorg en aandacht heeft gehad.

De grote schoonmaak


Wat had ik er vroeger als kind een hekel aan als mijn moeder in het voorjaar alles ging schoonmaken. Dat was echt nodig, zei ze dan, want ik ben er de hele winter niet geweest. Omdat alleen de woonkamer en keuken verwarmd werden in die tijd, was het natuurlijk te koud om eens lekker een slaapkamer te gaan schoonmaken.
Inmiddels hebben we ook een winter achter de rug waarin de meeste slaapkamers niet werden verwarmd. En inderdaad, ik was er zo kort mogelijk. Eh... ja, er dwarrelen grote vlokken stof en ook ziet het er best rommelig uit.
Vandaag is het voor het eerst weer mooi weer. Eigenlijk te mooi om te gaan schoonmaken. Toch heb ik 2 slaapkamers opgeruimd en schoongemaakt. Niet vanwege mijn zelfdiscipline, maar ik krijg bezoek.

Hannah belde gisteren of vrienden van haar en Martin donderdag op vrijdag bij ons mochten logeren. De volgende dag is de grote dag: Hannah en Martin gaan trouwen. Dit zijn vrienden die in Berlijn wonen en donderdag alvast gaan rijden. Ze hebben 2 kleine kinderen en dan is 6 - 8 uur rijden een heel eind. Ik vind het altijd leuk om gasten te hebben en om het hen naar de zin te maken.


Dus opgeruimd, schoon gemaakt, bedden goed gelegd. Het ziet er weer leuk uit.
Het bezoek mag komen!
Vraag me niet waar ik de rommel gelaten heb...

maandag

Vandaag vertrekt een kind


Vandaag vertrekt hij, ons jochie waar we 10 weken voor mochten zorgen. Door de problematische zwangerschap van moeder, kwam hij bij ons terecht. Tijdelijk, want ouders hadden met deze plaatsing ingestemd, omdat een kind van nog geen 3 een moeder nodig heeft.
Een angstig jochie werd begin december binnen gebracht, hij wist niet wat er gebeuren ging, iemand nam hem zomaar bij mama vandaan en bracht hem bij deze onbekende pleegouders.
Wat zou er door je heen gegaan zijn?
We merkten al snel dat hij zich aan ons hechtte,  wat ik in dit artikel beschreven heb. (klik)
Wel liep hij achter in z'n ontwikkeling: hij jammerde wat als er iets was, als hij naar bed moest, maar ook als hij in bad ging of iets niet wilde.
Hij gebruikte twee woorden: meer en essen. Dat is niet veel, maar bleken al snel erg belangrijke woorden. Eten is tenslotte van levensbelang en als je wilt zorgen dat je genoeg binnen krijgt is het woordje meer wel van belang.
We hebben enorm genoten van hem.
Vanmorgen om 8 uur stond de maatschappelijk werkster van Jugendamt op de stoep, om zoals afgesproken met mij hem weer thuis te brengen.
Ze zette hem in de auto en hij begon heftig te huilen. Hij wist dus nog heel goed dat zij hem al eens in de auto had meegenomen bij moeder vandaan. Dus de angst van hem, waar brengt ze me nu weer heen, was gegrond. Toen ik ook in de auto stapte werd hij weer rustig. Thuisgekomen keek hij verbaasd rond. Z´n moeder zat op de bank de baby te voeden en hij vroeg verbaasd: Mama? Baby?
Wo ist papa? Hij rende door het huis en zocht z´n vader. Evenlater kwam z´n vader binnen en vloog hij in de armen van z´n vader.
We namen afscheid en vertrokken. Ik zal je missen jochie, maar het is goed zo. Het ga je goed!

Kindermishandeling en de gevolgen



De berichten over kindermishandeling zijn alarmerend. Duizenden kinderen worden dag in dag uit mishandeld door een ouder of verzorger. In Nederland sterven ongeveer 1 tot 2 kinderen per week aan fysieke mishandeling.

Ook in Nederland worden veel kinderen mishandeld en misbruikt. Er sterven daadwerkelijk kinderen aan de gevolgen ervan. En voor degene, die het overleeft blijft het emotionele trauma. Ook al zijn de blauwe plekken al lang niet meer te zien. Vroege herkenning en behandeling is belangrijk om de gevolgen op de lange termijn te verminderen. Wanneer een kind zegt mishandeld of misbruikt te worden dient dit uiterst serieus genomen te worden.
Gevolgen van (sexuele) kindermishandeling:
  •  een laag zelfbeeld
  • sexueel getint spel of uitdagend gedrag
  • onvermogen om anderen te vertrouwen
  • boosheid en woede
  • angst
  • storend gedrag
  • gedachten over suïcide
  • nachtmerries
  • flashbacks
  • slaapproblemen
  • leer- en concentratieproblemen
  • drugs- en alcoholmisbruik
Maar vaak zijn deze symptomen moeilijk te herkennen en worden ze verkeerd ingeschat. Ook door professionele hulpverleners. Soms komen de werkelijke problemen pas boven tafel als het kind zelf al lang en breed volwassen is. Een kind, dat mishandeld of misbruikt is heeft vaak moeite om een duurzame en stabiele relatie aan te gaan. Deze mensen kunnen problemen hebben met fysieke nabijheid, aanraken, intimiteit, sexualiteit en vertrouwen in anderen. Ook is er een groter risico voor angststoornissen, depressie, drugsgebruik, ziektes en sociale problemen op het werk.

Omdat de gevolgen van mishandeling op de lange termijn zo groot is, is het van groot belang, dat indicatie en behandeling zo vroeg mogelijk gebeurd. Door behandeling kan een mishandeld kind opnieuw leren in zichzelf en de ander vertrouwen te krijgen. Ook kan het gezin geholpen worden, ondersteund worden of een andere manier van communicatie leren.

Het lijkt erop, dat kindermishandeling en -misbruik epidemische vormen aan neemt. Er worden veel kinderen blootgesteld aan allerlei vormen van verwaarlozing en fysiek, emotioneel en sexueel misbruik. Er is geen standaard definitie van kindermishandeling. Maar ongeacht de definitie is het percentage kinderen, dat uit hun situatie gehaald wordt maar een klein deel van het werkelijke aantal.  Vaak wordt lichamelijk geweld, dat wordt toegepast door ouders, discipline genoemd. Een manier om hun kinderen te leren zich te gedragen.
Het slaan van kinderen is in veel Europesche landen bij de wet verboden. Toch gebeurt het nog veel, dat een gefrustreerde ouder zijn kind zo hard slaat, dat het kneuzingen, inwendige bloedingen of botbreuken er aan overhoudt. Op deze  manier wordt er ook niet met het kind gepraat over wat er anders moet of wat er fout ging. Het enige wat een kind leert is, dat je problemen oplost door er op los te slaan en ver uit de buurt van de ouder te blijven en uit angst dingen te laten.

Wat te doen als je merkt dat een kind wordt mishandeld of als je bang bent voor je eigen gedrag naar het kind?
Politie, huisarts, hoofd van de school of een andere vertrouwenspersoon inschakelen.
Een melding maken bij het AMK, het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, Tel 0900-1231230
Kinderen kunnen bellen naar de Kindertelefoon, 0800-0432
Of naar de Kindertelefoon Chris, 078-6312300


zondag

Een gehecht kind


Het is bijzonder leuk om eens een pleegkind in huis te hebben die weinig tot geen hechtingsproblemen vertoont. Integendeel, hij laat zien dat hij gehecht is en hecht zich nu "automatisch" aan ons. Een aantal kenmerken die ik zie:
~~ Hij laat zich troosten. Als hij verdrietig is of hij is gevallen dan komt hij steun en troost bij ons zoeken. dat lijkt heel normaal voor een kind van ruim 2 jaar, maar uit ervaring kan ik zeggen dat dat erg weinig voorkomt bij beschadigde pleegkinderen. Een kind dat onthecht is vraagt geen steun of troost, maar zoekt het zelf uit.
~~ Hij kan goed spelen. Ook dat is een kenmerk van gehecht zijn, in ieder geval van zich veilig voelen. Hij kan zich overgeven aan zijn spel, heeft er duidelijk plezier in. Hij vraagt niet voortdurend mijn  aandacht. Beschadigde kinderen kunnen je claimen of zich zo onveilig voelen dat ze niet tot spelen komen. Ze zijn voortdurend op hun hoede: wat doet de volwassene en wat kan er allemaal gebeuren als ik even niet oplet?
~~ Rollenspel. Zijn speelgoed bestaat onder anderen uit knuffels. In bed slaapt hij met twee eigen knuffels die hij van huis meegenomen heeft. Die moeten in zijn bed liggen, hij houdt ze vast en praat tegen ze.
Ook in de speeldoos in de woonkamer heeft hij een aantal knuffels. Vanmiddag zag en hoorde ik dat hij met een klein hondje knuffelde, hij hield het beestje tegen zich aan en aaide het, zachtjes pratend. Even later liet hij het hondje praten.
~~ Leeftijdsadequaat gedrag. Hij is ruim 2 jaar en heeft dus de leeftijd van NEE zeggen. Hoewel hij nog maar kort bij ons is, doet hij dat toch al. Hij probeert me uit door nee te zeggen, door z'n armen over elkaar te doen en z'n hoofd opzij te draaien. Als ik 'm dan afleidt lacht hij. Soms doet hij het dan toch, want nee zeggen tegen eten of drinken is voor hem niet lang vol te houden.
~~ De nacht door slapen. Ook dit is een teken van zich veilig voelen.
~~ Hij is gek op z'n pleegvader. Doordat pleegvader de hele dag werkt, vroeg vertrekt naar z'n werkt, ziet hij hem pas aan het einde van de dag. Maar dan is hij ook heel enthousiast en wil graag stoeien of voetballen.
Hij is niet bang voor mensen, maar gaat ook niet direkt bij iedereen op schoot. Dat is ook een goed teken, want internaatsgedrag is een teken van onthecht zijn.