donderdag

Pleegkinderen en pleeggezinnen



De bijzondere taak om een niet-eigen kind liefdevol op te voeden is voor iedereen anders. Belangrijk is dat de behoefte van het kind past in de structuren van het gezin. Er moet een match zijn, het kind moet in het gezin passen.
In de regel is het het beste voor een kind om de vader en moeder als rolmodel te kunnen beleven.

Niemand wordt als pleegkind geboren. Het zijn de situatie en levensomstandigheden van de ouders die er voor zorgen dat hun kind niet langer veilig bij hen kan opgroeien. Kinderen hebben liefde, zorg, respect, grenzen en een veilige en stabiele omgeving nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Niet alle ouders zijn in staat om dit aan hun kinderen te geven.

Er zijn veel oorzaken waarom dit niet kan. Bijvoorbeeld: ziektes, persoonlijke crisis, gebrek aan positieve ervaringen tijdens de eigen opvoeding. Als er dan nog meer problemen bijkomen, zoals werkloosheid en financiële problemen, dan kan het al snel zo zijn dat de ouders overbelast raken met de opvoeding van hun kinderen. Kinderen voelen dat aan en kunnen dan extreem gaan reageren.

Die overbelasting van de ouders kan zover gaan dat men ook niet meer in staat is om aan de basisbehoeften van de kinderen te voldoen. Zoals eten en drinken, bescherming, veiligheid, warmte en erkenning. Dan is het goed als het kind een periode niet meer thuis woont. Sommige van deze ouders hebben genoeg eigen kracht om hun leven weer op de rails te krijgen en daarna weer goed voor hun kinderen te zorgen. Het kind kan dan terug naar de eigen ouders.

Andere ouders slagen daar niet in en soms is het beter om dan niet meer naar ouders terug te gaan en groot te worden bij pleegouders. Veel ouders accepteren dit na verloop van tijd, maar er zijn ouders die dit niet kunnen en blijven vechten om hun kind terug te krijgen.Soms gaat het dan om langdurige gerechtelijke procedures.

Een pleegkind kan een veel last hebben van alles wat er gebeurd is of wat hij tekort is gekomen in de jaren voor de uithuisplaatsing. Ze nemen heel andere ervaringen mee dan dat eigen kinderen hebben. Dat is vaak in het gedrag te merken.

Toch zijn pleegkinderen net als alle andere kinderen, kinderen met persoonlijke eigenschappen en sterke en zwakke eigenschappen, voorkeuren en dingen die ze niet leuk vinden. Toch zijn veel pleegkinderen niet makkelijk om op te voeden en kunnen ze emotioneel en sociaal veel achterstand opgelopen hebben. Wat ze vooral nodig hebben is veiligheid, geboden door dezelfde volwassene, iemand die er voor hen is en altijd voor hen zorgt.

vrijdag

Het jongetje en zijn jas


Elke dag haal ik pleegzoon CC van de Kindergarten op. Meestal met pleegdochter MM van 2 jaar in de kinderwagen. Het was warm vandaag en CC had zijn winterjas aan.
Ik zeg hem de jas maar los te ritsen, want het is zo warm.
Hij loopt een paar meter voor me uit en maakt de rits los. Opeens doet hij de jas uit en gooit 'm op de grond. Doe jij hem maar in de kinderwagen, zegt hij.
Ik loop de jas voorbij en zeg: Sorry? Van wie is die jas?
Van mij, zegt hij, maar jij loopt er toch langs, kun je 'm gelijk meenemen.

Nee, zeg ik, het is jouw jas, haal hem maar op.
Hij kijkt achterom en ziet dat de jas al meters achter ons ligt.
Snel haalt hij de jas, legt 'm onderin de kinderwagen en loopt boos voor me uit.
Ben je nu boos? Jij gooide hem toch op de grond? Of deed ik dat?
Ik zegt hij en lacht een beetje.

donderdag

Ik ben twee en ik zeg NEE


Sinds een maand of 3 hebben we er een klein meisje bij, ze is 2 jaar.
Dit meisje wacht op een plaats in een perspectief biedend pleeggezin.
Ze kwam binnen als een hoopje ellende, bang overal van schrikkend en dan luid huilen of eigenlijk krijsen.
Haar overlevingsmechanisme en zelfredzaamheid zijn groot. Ze weet kennelijk uit ervaring dat ze het niet van volwassenen moet verwachten. In het begin heeft ze veel gehuild en zich aan mij vastgeklampt. Nu kan ze al aardig spelen en mag ik zowaar al even naar de keuken om een kop koffie te halen zonder dat ze achter me aanloopt of begint te schreeuwen.

Maar ze blijft een driftkikker. Als ze haar zin niet krijgt, laat ze zich op de grond vallen en krijst het uit. Daarbij valt ze gewoon met haar hoofd hard op de grond.
Als ik haar speelgoed geef dan schuift ze de doos of het speelgoed weg en draait haar hoofd opzij. Ze is dan niet van plan te gaan spelen. Dan kan ik van alles verwachten.

Vandaag dacht ik even pauze te nemen met een kop koffie. Ze zat op de grond met een duplovliegtuigje te spelen. Ze ziet dat ik ga zitten en gaat staan, loopt naar de bank en pakt mijn agenda. Die zit vol losse papieren. Ze is zo snel dat ik niet kan voorkomen dat de agenda door de kamer gegooid wordt en de papieren vliegen door de lucht. Ik zeg haar dat het mijn spullen zijn en dat zij met haar spullen spelen mag: de duplo.
Nee, zegt ze graait naar de papieren die overal verspreid liggen.
Nee, zeg ook ik, nee dat zijn mijn spullen en daar blijf jij vanaf.
Ze stort zich op de grond en krijst het uit.

Dat is voor mij de gelegenheid om haar te negeren en mijn spullen weer bij elkaar te rapen.
Ik leg de agenda op de tafel, zodat ze er niet bij kan. Dat had ik gedacht.
Omdat ik niet reageer op haar gegil stopt ze. En razendsnel klimt ze op een stoel en doet opnieuw een graai naar mijn agenda.
Ik zet haar in de kinderstoel en zeg haar dat ze daar even mag afkoelen. Ze wendt haar gezicht van me af en kijkt boos.
Ik leg wat duplo op de tafel en zeg dat ze met haar spullen mag spelen en niet met de mijne.
Haar hand gaat langzaam naar de duplo en schuift de stenen weg.
Nee!
Nog geen minuut later geeft ze zich over en gaat de duplostenen stapelen. Ik geef haar er nog een paar en zeg: leuk he, dat is jouw speelgoed en wat kun je al goed bouwen.
Ik krijg een klein lachje.

dinsdag

Een nieuwe plaatsing


Vandaag moest ik met MM naar de oogarts in Bocholt. Hij heeft een bril en elk half jaar wordt even gecontroleerd of alles nog in orde is. Na 10 minuten stonden we weer buiten, want alles was goed. Nieuwe afspraak gemaakt en even de stad in.
Toen we thuiskwamen zei Wim: Verrassing! Straks wordt er een jongetje van ruim 2 jaar geplaatst.
Uit een gezin met 3 kinderen en alle drie gaan eruit wegens huiselijk geweld en verwaarlozing.
Om half 5 stapt er een prachtig jongetje met donkerbruine ogen en pikzwart haar. Waarschijnlijk een Romakindje. Hij kijkt somber en wil niets drinken.
Hij heeft een aantal dagen in een nood bed van een kindertehuis gelogeerd en is daar al medisch onderzocht. Ook zijn broertjes, de ene jonger en de ander ouder dan hij.
Onze beide pleegkinderen zijn helemaal enthousiast dat er een jongetje komt logeren. Hij spreekt geen Duits, maar waarschijnlijk Roma. Ze praten langzaam Duits en leggen hem alles uit.
Als hij naar bed gaat huilt hij een beetje en komt een paar keer z'n bed uit.
MM huilt ook bijna en zegt: Ik wordt er verdrietig van dat hij huilt en misschien wel naar zijn mama vraagt. Ik weet nog hoe dat voelde toen ik bij mama weg moest. Dan heb je zo'n pijn in je buik, Els. En dan denk je dat het nooit meer goed komt. Ik zal hem helpen om het leuk te vinden.
De lieverd.

donderdag

Kinderen en scheldwoorden


Of je op gedrag nu positief (beloning) of negatief (straf) beloont, maakt niet veel uit. Ik vraag me weleens af of ze het verband zien tussen hun gedrag en de beloning. Wij hadden een pleegdochter die op een geven moment in elke zin enge ziektes of geslachtsdelen verwerkte en ook wij en de grotere kinderen werden dit spuugzat.

Ik heb toen iets bedacht wat echt hielp, maar moet erbij zeggen dat ze al ruim 7 was toen ik het toepaste. Ze krijgt 2 weken lang, elke morgen 6 stuivers, die mag ze in een bakje doen. Afgesproken wordt dat ze zelf een stuiver teruggeeft als er een vloek of ander fout woord gebruikt wordt. Na 2 weken is het aan haar hoeveel geld ze heeft en van dat geld mag ze een zak snoep voor zichzelf kopen. 


Uitgelegd en afgesproken.Ze vond het geweldig. De eerste dag hield ze geen stuivers in het bakje, De tweede dag hield ze er 3 over en vanaf de derde dag heb ik geen onvertogen woord meer gehoord. Na 2 weken kocht ze een zak snoep voor zichzelf en ze was zooooo trots.

vrijdag

Uitspelen


Even klagen over een onderwerp wat zich steeds herhaalt, vooral bij een hechtingsstoornis. Onze pleegzoon van bijna 6 gaat elke dag naar de Kindergarten. Hij heeft daar een juf die vooral erg veel medelijden met hem heeft. Door ziekte in de eerste levensjaren, onmacht van moeder en een mishandelend pleeggezin heeft hij het een en ander in de halen, ook op lichamelijk gebied. Dat doet hij graag, althans bij ons. We hebben een grote tuin met klim- en klautermateriaal en het oefenen geeft hem plezier. Vanmorgen ging hij met spierpijn in zijn kuiten naar school. Net kom ik hem halen en de juf moest me iets vertellen: Hij had vanmiddag vreselijke pijn in zijn knie. Toen ik hem op schoot nam en vroeg: Wat is er dan? begon hij hartverscheurend te huilen. De rest van de middag heeft hij bijna niet kunnen lopen, hij zakte door zijn knie. Nee er is hier niets gebeurd, hij zei dat het van het klimmen kwam, gisteren. Ik wist genoeg, prettig weekend en we gingen. Buiten liep hij normaal naar het hek, tot er een andere moeder langs kwam, hij zakte door zijn knie en begon te snikken. Pffff, ik voelde me helemaal in de stress schieten. Ik wilde eigenlijk zeggen, dat hij een toneelstukje speelde, maar bedacht ineens iets anders: Ik zie dat het heel erg is met je knie, je moet straks maar even op je bed gaan liggen tot het over is. Hij snikte nog wat na, begon normaal te lopen en had weer gewone dagelijkse dingen te vertellen. Dit uitspelen en het reageren op medelijden van de juf is bij pleegouders wel herkenbaar, denk ik.