woensdag

Je gaat niet meer bij mama wonen


Ik denk dat voor een kind het bericht: Je gaat niet meer bij mama wonen ongeveer het ergste kan zijn wat hij/zij horen kan. Eerst is er die dag dat je plotseling door vreemden weggehaald wordt en apart in diverse pleeggezinnen of instellingen geplaatst wordt. Weg van papa, weg van mama en weg van al je broertjes en zusjes.
Wat kun je in vredesnaam gedaan hebben dat je deze straf verdiend hebt? Want zo denkt een kind.
Dat het de ouders zijndie geweld naar elkaar gebruiken, structuurloos hun gezin runnen en hun kinderen verwaarlozen, dat beseft een kind niet.

Inmiddels is de voogdij weggenomen bij de ouders en maakt Jugendamt plannen voor de toekomst van de kinderen. Allereerst moet aan pleegdochter verteld worden dat ze niet meer naar mama teruggaat, want ze is bijna 5 jaar. En wil naar huis.

Gisteren kwam de voogdes  met een doos houten poppetjes. Pleegdochter mocht haar familie neerzetten. Dat deed ze. Allemaal bij elkaar. Toen kwam de vraag: Maar zo is het niet meer, want papa en mama maken ruzie en de kinderen wonen niet meer thuis.
Ze zette zichzelf toen bij 2 andere poppetjes: opa en oma. (zo noemt ze ons)
De grotere kinderen bij elkaar, want zij wonen in een internaat. De jongste 2 wonen bij verschillende pleeggezinnen.
Ze had alles neergezet en vanuit die situatie kon de voogdes haar vertellen dat ze niet meer naar papa en mama terug kon. Ook die 2 wonen nu apart.
Ik weet wat, zei ze: ze pakte een voor een alle poppetjes en zette ze bij zichzelf en ons neer. Alle kinderen wonen nu hier en papa en mama ook. Er zijn hier veel kamers, veel bedden en oma heeft grote pannen om veel te koken.

Wat een oplossing, echt super. En een compliment voor ons, want kennelijk is het heel veilig hier.

Ja, die oplossing was goed bedacht, maar kon echt niet: er wordt een pleeggezin gezocht voor jou en voor je jongere broertje, zodat jullie samen kunnen spelen.
En mama blijft jullie dan bezoeken.

Dat is leuk, zei ze, dat vind ik een goed idee. Oma, kom jij me dan ook nog bezoeken?
Ja hoor meid, wij komen je dan ook bezoeken.

maandag

Ik wil jouw eten niet


Dat ze in de wacht zit en naar mama wil, is wel duidelijk.
Ze zegt het en als ze mama gezien heeft dan is ze zeker 2 dagen van slag.
Toen ze net bij ons woonde heeft ze een paar dagen vrijwel niets gegeten. Alleen een beetje gedronken.
Toen begon ze wat beter te ontbijten. Ik had hagelslag gekocht en dat ging er wel in.
Maar het warme eten bleef staan en als ik haar 1 hap gaf dan deed ze er niets mee en dat kwijlde dan haar mond uit na verloop van tijd. Al mijn fantasie uit de kast gehaald, maar er leek niet veel te helpen. Van normaal je warme hap op eten kwam het maar niet.
Na een week nam ik haar mee naar de winkel en wilde haar laten kiezen: welke groente wil je wel eten? Nou, die bloemen en planten wilde ze niet, dat had mama ook nooit gekocht en heeft ze dus nooit hoeven eten. Eeh ja, als je denkt dat groente bloemen en planten zijn en niet bedoeld zijn om te eten... Wat dan? Al lopend en zoekend door de supermarkt zag ze blikken met spaghetti staan: Dat is lekker!  Evenlater zag ze Kartoffelsalat in de koeling staan en vond ze wat soorten salade.

In de weken erna heeft ze veel salade en spaghetti gegeten. De spaghetti dan zelf gekookt door mij en niet uit blik. Tussendoor aten we natuurlijk gewoon ook aardappels en groente, waar ze dan 2 - 3 hapjes van moest eten voor ze aan de salat mocht. Ik heb het aantal hapjes wat opgevoerd, maar dat ze nu succesvol warm eten eet, kan ik niet zeggen.Alles altijd met grote tegenzin.

De laatste weken gebruikt ze het niet willen eten ook als dwangmiddel: ze wil naar mama en van mama hoeft ze dit niet te eten. Ik hoef jouw eten niet.
Dat is duidelijk. Helaas meisje, ga ik daar niet over en weet ik inmiddels dat de kinderrechter de voogdij van de moeder heeft weggenomen en de er een perspectiefbiedend pleeggezin wordt gezocht voor haar en haar jongere broertje. Deze week zal dat aan haar verteld worden.

woensdag

Ik wil naar huis


Al bijna 7 maanden woont ze bij ons. Maar nog altijd zit ze in de wacht. Ze wil naar huis en wacht tot mama haar op komt halen. Ze is een lief meisje, vriendelijk en behulpzaam.
Ze kan spelen, maar het liefst zit ze TV te kijken, ongeacht wat er op is.
Ze is een meisje wat zich aanpast aan de omstandigheden, aan ons als pleegouders, aan de hele situatie waar ze zich in bevindt.
Ze is het 4e kind uit een groot gezin. Er is geen regelmaat in het gezin, geen veiligheid. Wel geweld, verbaal naar alle gezinsleden en lichamelijk geweld vooral naar moeder.

Ze vertelt me dat papa heel erg hard kan schreeuwen en met de vuist op tafel slaat. De kleintjes gaan dan huilen en zij troost ze. Ze is 4 jaar, wie troost jou dan? Niemand, ik zorg voor de kleintjes. Ze worden bang van het schreeuwen en ik ben al groot.
Ben jij niet bang?, Jawel, een beetje wel, maar de kleintjes huilen.
Op een dag is ze met mama mee geweest naar het ziekenhuis, mama had bloed en moest naar de dokter.
Wat was er gebeurd met mama? Hoe is dat bloed er gekomen? Ik denk....papa. Ja, dat denk ik.
Als mama bij de dokter is geweest, komen de politieagenten en moet mama alles vertellen. Later vragen ze haar ook, maar dan weet ik het niet meer.

Inmiddels weet ik dat vader al een poos niet meer in het gezin woont, wel heeft moeder een nieuwe partner. Klassieke verwaarlozing, zegt Jugendamt, alle kinderen gaan het huis uit. Moeder gebruikt ook en kan haar eigen leven niet op de rails krijgen, laat staan voor haar grote gezin zorgen.

Elke week ziet onze pleegdochter haar moeder een uurtje. Spelen in de speelkamer. Moeder weet niet echt wat spelen is of wat een kind nodig heeft. Ze neemt ladingen snoep mee om het uurtje door te komen. Elke week krijgt ze kadootjes, elke keer bijna hetzelfde: alles van Elsa de ijsprinses. Van de film Frozen. Mama vindt dat zo leuk voor mij, zegt pleegdochter, als ik vraag of ze niet liever ander speelgoed zou krijgen. Inmiddels heeft ze al 3 Elsa-barbiepoppen, die gaan zingen als je op een knopje drukt.
Ook hangen er al 4 Elsarugzakken in haar kamer. Allemaal van mama gekregen, dus mag en kan ik er niets van vinden, laat staan zeggen. Mama is heilig en ze wil naar huis.