zaterdag

Maria Montessori



Maria Montessori ontwikkelde revolutionaire onderwijstechnieken door kinderen te observeren en te bekijken hoe kinderen leren. Haar methodes waren zo doeltreffend, dat er 100 jaar later nog gebruik gemaakt wordt van haar ideeën.

Haar opleiding

Maria Montessori werd geboren in 1870 in Alcona in Italië, in een niet rijke,maar goed opgeleid gezin. Ook zij mocht en kon studeren. Ondanks de conservatieve Italiaanse samenleving ging ze medicijnen studeren en werd de eerste vrouwelijk arts van Italië. Zij kwam daardoor veel in aanraking met arme gezinnen en zag, dat door de armoede, de kinderen niet tot hun recht kwamen en dat de mogelijkheden van deze kinderen absoluut niet tot ontwikkeling kwamen. Ze kwam op voor de rechten van de vrouw en wilde hervormingen voor de kinderarbeid.

Gehandicapte kinderen

Maria Montessori werd benoemd tot directeur van een afdeling aan de Universiteit van Rome, een tehuis voor 'gebrekkige en krankzinnige' kinderen. Ze merkte, dat deze kinderen de hele dag op hun kamers zaten, zonder enige aandacht en werden niet gestimuleerd tot ontwikkeling. Daar bracht ze al snel verandering in. Het personeel kreeg de opdracht om deze kinderen met respect te behandelen, met hen te praten en ze speelgoed te geven. Verder moesten ze hen leren om zichzelf aan te kleden, zelf te eten en alles zoveel mogelijk zelf te doen.

Het wolvenkind van Aveyron

Maria Montessori bestudeerde de studies van de arts Jean Itard, die een totaal verwilderd kind, dat in 1800 in het bos gevonden werd. Het kind was totaal verwilderd en kon niet praten. De arts heeft geprobeerd dit kind te laten praten en hem als een mens te laten gedragen. Dit is niet gelukt. Zo kwam Montessori er achter, dat er meer nodig was om een kind te laten praten, onder andere koestering en aandacht en omgang met mensen. In de jaren, dat dit kind geen contact had met mensen, heeft hij dus iets gemist, wat hem tot mens had kunnen maken.
Dit uitgangspunt neemt Montessori als leidraad voor haar werken met de geestelijk gehandicapte kinderen. Ze kwam erachter, dat er ontwikklingsstadia waren, zodat een kind op zijn tijd dingen aanleert. Het optimale leren vindt plaats, wanneer het kind er aan toe is.

Leer mij het zelf te doen

Omdat er vanuit de regering geen scholen gesticht werden voor zeer jonge kinderen, begon ze zelf te werken met jonge kinderen. Deze kinderen deden het nog beter dan de gahandicapte kinderen waar ze ook nog steeds mee werkte. Maar deze kinderen hoefden niet zo gestimuleerd te worden, ze waren nieuwsgierig en leergierig en gaven aan, dat ze meer wilden. Hun enthousiasme was zo groot, dat Montessori nachtelang bezig was om nieuw materiaal en leermiddelen voor hen te bedenken. Haar reken- en wiskunde blokken zijn nu nog in gebruik. Al haar materiaal daagde het kind uit om het zelf te doen en te ontdekken.
In die tijd stopte ze met het werk met gehandicapte kinderen en begon uitsluitend te werken om meer educatieve mogelijkheden voor kinderen te creëren. Ook liet ze tafeltjes en stoeltjes maken, die groot genoeg waren voor de kinderen, zodat ze niet altijd op te grote stoelen zaten. Verder maakte ze zitjes op de vloer met kussen en vloerkleden.



De Montessorimethode wereldwijd

Vanuit de hele wereld was er grote belangstelling voor de methode van Maria Montessori. Waaronder Afrika, Sri Lanka en India. Bekande pedagogen studeerden bij Montessori, waaronder: Anna Freud, Jean Piaget, Alfred Adler en Erik Erikson. Zij hebben allemaal een bijzondere bijdrage geleverd in de inzichten van de omtwikkeling van het kind.  Er is veel onderzoek verricht naar de ontwikkeling van het kind, maar steeds blijft de methode van Montessori er goed uitkomen.