donderdag

Bankpas geblokkeerd


Sinds vorige week was mijn bankpas van de Duitse bank geblokkeerd. Daar sta je dan te pinnen en er wordt aangegeven dat er een storing is. Niet zo erg, als Nederlandse heb ik ook nog een bank in Nederland met pinpas. Ik kon dus gewoon betalen.
Eerst dacht ik dat er storing bij de bank was, ach misschien morgen opgelost. Maar nee, de dagen erna was er steeds diezelfde storing. Dus liet ik mijn man pinnen, maar ook daar was er een storing.

Vreemd, wat was hier aan de hand?

Daar kom je wel achter als je naar de bank gaat en vraagt waar de storing zit.
Ik naar de bank en een overvriendelijke dame vraagt wat ik wil. Mijn pas is al een week geblokkeerd, ik wil graag weten wat er aan de hand is.
Ze loopt naar haar werkplek en doet iets met mijn pinpas. Ze komt terug en zegt: We hebben een paar weken geleden een brief gestuurd om te vragen of u kontakt met ons op wil nemen. Dat heeft u niet gedaan. jawel, zeg ik, ik heb iemand aan de lijn gehad die vroeg waar die bedragen vandaan kwamen die iedere maand gestort worden. Dat heb ik uitgelegd.
Ze loopt weg met de pas en vraagt een collega iets. Beide kijken me aan of ik op het punt sta de bank te willen beroven.
Ze loopt naar boven en komt terug met een formulier waarop mijn laatste saldo en bijschrijvingen staan. Waar komen die bedragen vandaan, zegt ze streng.
Ik voel me enigszins in mijn hemd staan en denk: Meisje, ik ben 2 keer zo oud als jij, even dimmen.

Ik zeg, dat dat de bedragen zijn van de pleegzorginstelling waar ik 2 pleegkinderen van opvang. Tegelijkertijd geef ik haar het visitekaartje van mijn begeleidster: Belt u die maar op, dan zullen ze u dat bevestigen.
Intussen is de directeur ook op de hoogte, vanuit m'n ooghoek zie ik een man in de deuropening van zijn kantoor naar me kijken.  Ze loopt met pasje en visitekaartje naar hem toe en samen zie ik ze fluisteren en kijken.
Hij wenkt me en ik loop naar hem toe. Excuses, zegt hij, we wilden weten waar die bedragen vandaan kwamen, er staat geen bedrijf en wel een privenaam. Ja, zei ik, dat is de direkteur van de Pleegzorginstelling en ik heb 2 kinderen in huis. Dus dat bedrag komt 2 keer per maand op mijn rekening. Nog een keer excuses en: we zullen beide passen direkt weer deblokkeren.

Ik kon weer geld uitgeven.

maandag

Evaluatie pleegzorgplaatsing


Ik kom net terug uit Kleve, waar ik een gesprek heb gehad met de begeleiders van Netzwerk, de voogd en iemand van Jugendamt en de moeder over de jongens. Het gaat supergoed met hen. Het is nu een half jaar geleden dat CC bij ons geplaatst is en weer met z'n broer MM samen is. Er werden me allerlei vragen gesteld en ik kon vertellen dat ze beiden zich steeds veiliger zijn gaan voelen en zelf ook vertellen dat ze graag bij ons zijn.
Ook de moeder merkt het dat de jongens zich veel beter en leuker gedragen tijdens de bezoekregelingen. Moeder vroeg me zelfs: De jongens kunnen toch bij jullie blijven, he? Ja, dat kan. Ik heb verteld dat we bezig zijn om CC nog een jaar naar Kindergarten te laten gaan in plaats van de Grundschule. Ook daar was ze het mee eens. Of dat gaat lukken is nog maar de vraag, want dat gaat hier niet zomaar. Je moet aantonen dat het nodig is en een Jeugdarts heeft hierin het laatste woord. Maar we doen ons best.

woensdag

De Duitse bureaucratie


Zo langzamerhand verdrink ik in de Duitse bureaucratie. Ongelofelijk, wat zit die vreemd, schimmig en hokkerig in elkaar. En dan wil je alleen maar zorgen dat je pleegkinderen dat krijgen wat ze nodig hebben. Niet eens voor mezelf.
Onze jongste pleegzoon, CC, wordt in juli 6 jaar en is dan dus leerplichtig. Ik kreeg al een brief van Stadt Rees dat ik hem moest aanmelden op de basisschool. Met datum en tijd. Dat heb ik gedaan.
Maar intussen weet ik al dat hij eigenlijk nog een jaar zou moeten 'kleuteren' zoals dat in Nederland heet. Nog een jaar naar Kindergarten dus. Nou als je denkt dat je dat gewoon even aangeeft, dan heb je dat goed mis. Gemeld bij het inschrijvingsgesprek en het hoofd van de school zag dat ook wel aan zijn gedrag en mijn verhaal.
Maar mijn inzicht of motivatie zijn verder niet van belang. Na veel gezoek ben ik er achter gekomen dat het laatste woord hierin komt van de Jeugdarts in Kleve. Zij bepaalt of mijn pleegkind nog een jaar naar Kindergarten mag of dat hij naar de basisschool moet. En ik? Ik moet zorgen dat ik van zoveel mogelijk instanties een aanbeveling krijg dat dat echt nodig is. De kinderarts, de SPZ, de leidsters van de Kindergarten, het hoofd van de basisschool. Die allemaal heb ik nu ingeschakeld om te melden dat CC nog een jaar kind mag zijn. Dat dat emotioneel/sociaal echt nodig is voor hem.

Dat is nu allemaal geregeld, maar dan komt nog het probleem van de wet op de privacy. Moet ik er dus voor zorgen dat de persoon die de voogdij over de kinderen heeft de nodige handtekeningen zet. En hoe het nu verder gaat? Ik weet het niet. Moet ik zorgen dat alles bij die Jeugdarts komt of doet ieder zijn deel? Krijg ik een uitnodiging voor een gesprek of moet ik me melden. Niemand die het weet.

Ook de begeleidster van de pleegzorginstelling zegt het niet te weten, laat staan dat ze het voor me doet. Ze zou toch kunnen bellen naar die of gene. Als ze het echt niet weet.

Ik krijg het gevoel in het diepe te zijn gegooid zonder dat ze weten dat ik niet kan zwemmen.

Maar waarschijnlijk ben ik in NL ook vreselijk verwend, daar deed de begeleidster van de pleegzorg altijd alle administratieve rompslomp en en als andere instanties moeilijk deden ging zij er achteraan.



zondag

Met 5 Euro naar de kinderrommelmarkt


Wat is er leuker dan een rommelmarkt. Kijken of er nog wat bijzonders ligt voor een bijzonder prijsje.
Een leuke onderbreking in het weekend en ook de jongens vinden het leuk.
De laatste keer hadden we voor hen niets gekocht, omdat er domweg geen leuk speelgoed lag. Dat vonden ze niet leuk. Tijdens een wandeling zagen we dat er deze middag in Werth een kinderrommelmarkt was. Dus alleen speelgoed en kinderspullen. Dat geeft doorgaans een ander probleem, namelijk dat ze bij elk kraampje wel iets leuks en vooral groots zien liggen. Om teleurstellingen en gezeur te voorkomen, hebben we de jongens elk 5 Euro gegeven en een rugzak. Zelf weten wat je koopt en op = op.
Ze vonden het een superidee. Al snel kwamen ze er achter dat de grote dingen niet in aanmerking kwamen, wat gewoon geaccepteerd werd. Ze hebben bij verschillende kraampjes wat autootje, playmobil en een knuffel gekocht.
Blij met hun spullen gingen ze rustig mee naar huis.
Ik denk dat ik op het juiste idee gekomen ben.

dinsdag

Kinderarts/consultatiebureau in Duitsland


In Nederland ga je met je baby en jonge kinderen naar het consultatiebureau, maar Duitsland heeft een heel ander systeem. Daar ga je naar de kinderarts. Zowel voor de onderzoeken als de inentingen. Maar je kunt ook gaan als je kind ziek is.

Zodra een kind geboren is krijg je een geel boekje met voorop alle tijden dat je naar zo'n onderzoek moet. Ik zag in het boekje van Corné dat hij tussen juli en oktober naar de kinderarts moet voor de U9. Ik dacht dat het wettelijk niet verplicht is, maar als je niet komt of te laat belt voor een afspraak dan wordt dat gemeld aan Jugendamt.

Ik bel dus de kinderarts, krijg ik zo'n pinnige assistente aan de lijn, waarom ik niet eerder gebeld heb, want nu kan ik je pas een afspraak geven in februari. Dat is wel heel bizar, een half jaar verder.
Maar... geen nood. Ook de gewone huisarts mag de onderzoeken doen. Ik ben dus naar onze huisarts gegaan en heb beide kinderen laten inschrijven in zijn praktijk. En gevraagd of de dokter tijd had om de U9 te doen bij Corné. Ja hoor, donderdag 20 september.

Ben blij toe, want ik heb eigenlijk best wel vragen over zijn kortedarmsyndroom. Ik heb het geven van eten aan hem nu zo goed geregeld, dat hij vrijwel nooit meer spuugt en het mooiste: hij is in die maanden dat hij bij mij is al bijna 3 kilo aangekomen.

zondag

Verdwaald in de nacht


Af en toe wordt Corné wakker. Meestal rond een uur of 10. Hij gaat dan naar de wc en daarna naar beneden om te kijken waar wij zijn. En om weer naar bed gebracht te worden.

Dan zit hij even stil tegen pleegvader aan, krijgt wat te drinken en geniet van het moment.
Een paar minuten later brengen we hem naar bed en hij valt al snel weer in slaap.

Vannacht werd ik wakker, omdat ik meende een kind te horen huilen. Ik luisterde nog eens , maar het bleef stil. Ach, zeker een droom van een kind. Of in mijn droom een kind horen huilen.

Vlak daarna hoor ik gestommel op de trap en weer gehuil. Ik vlieg m'n bed uit en zie de trapdeur open staan. Midden op de trap zit Corné te huilen. Waar was je? zegt hij. Wij slapen al en kom, dan breng ik je weer naar bed. Hij laat zich gewillig weer naar bed brengen en valt waarschijnlijk snel in slaap, want ik hoor niets meer.

Daarna lig ik nog een tijd wakker.

BBQ Feest en Opblijven


De eerste zaterdag van september: dat betekent een tuinfeest voor onze kinderen, broers en zussen en vrienden. Na 3 dagen voorbereiding, eten in huis halen, vlees bestellen bij onze Duitse buurman en frisdrank, wijn en bier inslaan werd het eindelijk zaterdag. Voor mij eigenlijk te snel, maar voor Matt en Corné duurde dat wachten veel te lang. Zelfs de hele zaterdag moesten ze wachten tot de eerste bezoeker eindelijk kwam.
De jongens hebben genoten van al die aandacht.
Toen onze vrienden uit het dorp er waren met hun pleegkinderen kon voor hen het feest beginnen. Door de tuin rennen, een spelletje doen op de mobiel van één van de gasten eten drinken wat je wilde en hoeveel saus je erop wilde doen.

Om half 8 knapte Corné af en hij wilde naar bed. Matt werd steeds actiever en uiteindelijk leek me half 10 wel laat genoeg. Het was inmiddels donker geworden en vol trots ging hij op grote-mensen-tijd naar bed. Omdat er 8 mensen bleven slapen had ik campingmatjes bij ons op de slaapkamer gelegd  en daar sliepen ze. Superleuk: kamperen bij je pleegouders.

Om half 7 was de Corné alweer wakker. Matt heeft nog een uur geslapen.
Ze vonden het een geweldig feest en vroegen wanneer we weer een BBQ feest gaven. Over ongeveer 365 nachtjes, zei ik. Zoveel? Jazeker, een heel jaar wachten.

woensdag

Van Jeugdzorg, Pleegzorg en de Pleegouders



Gelezen:
'Als pleegouder moet je een plek in je hart hebben' kopt Bureau Jeugdzorg. Mee eens. Maar we zouden er met veertien jaar ervaring als pleegouder aan toe willen voegen:

'Als pleegouder moet je eelt op je ziel hebben, een cursus onderhandelingstactieken en-technieken gevolgd hebben, bestand zijn tegen wisselende contacten, kunnen omgaan met mensen die selectieve geheugens hebben, ernstig pubergedrag kunnen weerstaan, zeer volhardend en zonodig hard kunnen zijn en weten hoe je met selectieve dossierschrijvers om moet gaan.'

Om verwarring te voorkomen: die eigenschappen zijn niet nodig om pleegkinderen een plek in je hart te kunnen geven.  Die eigenschappen zijn nodig om jarenlang met instanties als Jeugdzorg en Pleegzorg om te kunnen gaan. (Henk van Stokkum, pleegvader)

Helaas is dat laatste maar al te waar. Al moet ik zeggen dat ik in de 26 jaar pleegmoeder zijn ook heel veel goede pleegzorgwerkers en voogden heb gehad. Maar als je iemand treft die denkt het beter te weten, een hogere pedagogische opleiding dan jij te hebben gehad of iemand die strikt volgens de regels wil leven, dan gaat dat vaak ten koste van je pleegkind. Dan kun een grote plek in je hart hebben, veel liefde en geduld hebben, maar dan zul je al je energie nodig hebben om te strijden voor je pleegkind.




dinsdag

Verjaardag, 5 jaar


Gisteren was het dan eindelijk zover: Onze jongste pleegzoon is 5 jaar geworden. Al weken zag hij er naar uit en had hij het over zijn Party. De week er voor hadden we op papier 7 vierkanten gemaakt, die stelden dan de 7 nachten voor die hij nog moest slapen. Elke ochtend kreeg hij een sticker en mocht die op een lege plek plakken. Daarna de vraag: Tel eens, hoeveel nachtjes moet je nog?

Grote vragende ogen: 100 misschien?
Nee Corné nog 6. Kijk: 1, 2, 3, 4, 5, 6.... En samen telden we de lege plekken.
Het verband tussen de stickers, de lege plekken en het aantal te slapen nachtjes ontging hem.
Maar goed, maandag morgen waren alle lege plekken vol en zei hij: Ben ik nu jarig?
Dag gaan we eindelijk naar de grote speeltuin

Wat was hij blij toen we er waren. Vol overgave begon hij te klimmen, springen en glijden.
Telkens kwam hij weer even bij ons langs en vroeg of we al weg moesten. Nee, joh, we blijven de hele middag.
Op een gegeven moment hoorde hij het geluid van het treintje wat elk uur een ritje maakt door de maïsvelden en het terrein. Hij rende weg en wij dachten niet meer aan dat treintje. Na een kwartier keken we elkaar aan en zeiden: Waar is Corné?
We liepen over het terrein, maar geen pleegzoon te vinden.
Na een poosje zoeken hoorde ik het geluid van het treintje weer. Misschien staat hij daar op die trein te wachten?

Ineens komt er een vrouw uit met Corné aan de hand: Hij zegt dat u oma Els bent. Ja dat klopt, ik was dit jongetje kwijt.
Hij heeft een gratis ritje met de trein gehad, want toen we de kaartjes moesten geven, werd hem al gevraagd: Bij wie hoor jij. Toen zei hij: Ik hoor bij opa en oma. Wijs eens aan wie dat zijn. Nou die zitten niet hier, had hij gezegd, die zijn nog in de speeltuin.

Pfft, gelukkig was hij er weer. Hopelijk vraagt hij de volgende keer of hij meekan.



donderdag

Pleegvader helpen


Het is nog steeds mei, maar zomers warm. De tuin groeit en bloeit en omdat Wim thuis loopt werkt hij veel in de tuin. Tussen de bedrijven door speelt hij met de jongens of gaat met hen wandelen of naar een speeltuintje.  Ze doen het goed en komen helemaal tot rust.
Dat kun je onder anderen merken aan hun spelen. Ze spelen goed en veel samen, maar ook als ze elk iets anders doen gaat dat goed.
De laatste tijd willen ze steeds Wim helpen. Het maakt niet uit wat ze dan doen, als ze hem maar mogen helpen en zijn aandacht hebben. Meestal is er ook wel iets voor hen te doen.
Een kruiwagen met afval wegbrengen of de plantenbakken water geven of iets wegbrengen naar de garage.
Ze genieten volop en wij genieten van hen.

Voor eeuwig en altijd



Vorig weekend kregen we een telefoontje van de pleegzorginstelling: Zouden we het kunnen voorstellen dat het 2 jaar jongere broertje van Matt ook bij ons geplaatst zou worden en wel op korte termijn.
Daar hadden we al samen over gepraat, omdat ik wist dat het ook met hem niet goed ging.
We hebben ja gezegd en 2 dagen later kwam de auto met Corné en heel veel spullen.
Een vrolijk en guitig jongetje van bijna 5 jaar. Toen de jongens elkaar zagen, vlogen ze elkaar in de armen en lieten elkaar zeker een paar minuten niet meer los.
Corné zei: Ik kom hier ook wonen, bij jou!!
Matt: Voor eeuwig en altijd? Mag dat Els, mag hij hier ook eeuwig blijven?

Al is eeuwig erg lang, ik heb ja gezegd. Wat een blijdschap, wat een geluk.
En ondanks de verhalen uit het vorige pleeggezin, dat ze niet met elkaar overweg zouden kunnen, spelen ze steeds samen. Vol plezier en vol fantasie.
Ik kan soms anderhalf uur in de tuin zitten, terwijl die twee buiten spelen. Ze klimmen in de klimboom, ze schommelen, spelen in het huisje of sluipen door de tuin en spelen verstoppertje.



dinsdag

Van onthechting en aandacht willen hebben


Ik tref mijn buurvrouw bij haar voordeur. Ze geeft de bloempotten, die alweer vol prachtige voorjaarsbloemen staan, water. We hebben elkaar al een poos niet gezien en beginnen dus wat nieuwtjes uit te wisselen.
Ze zit niet lekker in haar vel en heeft het de laatste tijd gewoon veel te druk. Ze valt van het ene feest in het andere, grote familie in de buurt, dus je bent haast wel verplicht om naar ieder feestje te gaan.

Terwijl we zo aan het praten zijn komt Matt erbij staan. Erbij? Nee, hij gaat tussen ons in staan. En neemt gelijk het gesprek over.
Ik duw hem rustig naar links, en zeg tegelijkertijd, dat hij niet tussen ons in moet gaan staan.
Hij kijkt me boos aan en zegt: Buurvrouw, mag ik een keer bij jou spelen? Ik ben nog nooit bij jou binnen geweest. Ze zegt: Je komt maar een keer mee als Els bij mij koffie komt drinken.
Nee, ik wil alleen bij jou zijn, zonder Els.

Ga nu maar verder spelen, zeg ik, de buurvrouw praat met mij.
Nee hoor, zegt hij, ik praat nu met haar. En hij gaat weer tussen ons in staan.
Voorlopig kan het niet, zegt ze, ik moet steeds weg.
Waar ga je dan heen? Dat gaat je niets aan, zegt ze. Gelukkig het goede antwoord.

Nu gaan spelen, zeg ik en duw hem een beetje in de richting van de tuin.
Nee, zegt hij, en blijft staan. We kletsen nog even en ik ga door de voordeur naar binnen.

Matt wil mee naar binnen, maar ik heb net op tijd de deur dicht en zeg door de brievenbus: Ga maar verder spelen in de tuin. Ik hoor hem nog een paar minuten luid mopperen, daarna begint hij toch weer te spelen.


maandag

Van treinen, overwegen en ongelukken


Spelen kan hij wel, die pleegzoon van ons.
Het liefst wil hij natuurlijk pleegvader helpen met klussen.
Of dat ze samen gaan voetballen aan de overkant van de straat.
Daar is een voetbalveldje, heel handig.

Een rails bouwen kan hij ook goed.
Als die rails er eenmaal ligt, komen de treintjes erop, maar ook de auto's moeten over de overweg.
Dat is een serieuze aangelegenheid:
 eerst een auto, dan de trein en dan weer een auto.
Soms botst de trein tegen een auto die had moeten wachten en toch doorreed.
Het echt leven wordt nagespeeld.

Hij heeft goed overzicht en goed inzicht!

donderdag

Van kaartspelen en aandacht


Hoewel onze pleegzoon heel goed alleen spelen kan, is het natuurlijk leuk om samen met je pleegvader een kaartspel te doen. Hij is nog geen 7 dus langzaamaan wordt het spelletje 'pesten' aangeleerd. Elke ronde een regel erbij. Matt geniet er zichtbaar van. Hij giert van het lachen als hij een joker kan opgooien en pleegvader moet 5 kaarten pakken.

Als hij wint weet hij niet hoe hij zijn blijdschap moet uiten, hij danst en klapt in z'n handen.
Hoewel veel pleegkinderen niet tegen hun verlies kunnen, vanwege het vele verlies dat ze al geleden hebben, is Matt ook een goede verliezer. Hij is zelfs blij voor pleegvader als die wint.

Het laatste spelletje wordt door Matt gewonnen. Dat wordt zo stiekum geregeld door pleegvader. Tenslotte moet je positief eindigen, wil hij de volgende keer weer gemotiveerd zijn om mee te doen.
Hij vindt het heerlijk om samen iets te doen.
Het moeilijke voor hem is dat hij dan eigenlijk niet meer wil stoppen met het spel. Het geeft hem zoveel aandacht, die hij altijd heeft moeten missen, dat dat niet mag stoppen.

Als we duidelijk aangeven hoelang hij mag spelen en waarschuwen als het laatste spel begint, dan gaat het beter. Maar het blijft moeilijk.




zondag

Van feesten en feesten


In het Duitse dorp waar we wonen woont nog een Nederlands stel. Met pleegkinderen. We zijn elkaar bij 'toeval' tegengekomen een paar jaar geleden. Het klikte meteen, hoewel we ongeveer 15 jaar ouder zijn en werkelijk totaal anders in het leven staan. Wij geloven in God en Zijn leiding, zij zijn zonder God en kerkelijke traditie opgegroeid. Doordat wij de kerk en de traditie de rug hebben toegekeerd, hebben we alleen ons geloof in God overgehouden. Het fijne is dat we goed met elkaar overweg kunnen. Dat is ook wat je nodig hebt als mens.

Gisteravond hebben we bij hen gegeten en Matt mocht bij hen een nachtjes slapen, want hij kan goed overweg met hun 5-jarige pleegzoon. Tijdens de maaltijd heeft hij me wel 10 keer gevraagd of wij wel naar huis gingen als het eten op was, want hij moch er logeren en wij niet.

Wij gingen om half 10 weg en vanavond om half 7 waren we er weer om samen met hem en onze vrienden naar een Paasvuur te gaan. Een Duits gezin had een Paasvuur-feest georganiseerd en de kinderen mochten mee.

Om kwart over 9 gingen we naar huis. Matt ging zonder protest mee. Ik bracht hem naar bed en zei tegen hem, toen ik hem toedekte: Ik he je zo gemist. Hij lachte en zei: Ik heb jou ook zo gemist, maar het was heel leuk om te logeren.

Ik ben zo blij met deze jongen.


zaterdag

Kind-Kinder-Kinderen


Pleegzoon en kleinzoon spelen samen. Dat de één Duits spreekt en de ander Nederlands speelt vrijwel geen rol.
Plotseling ontstaat er een soort discussie.
Ze praten over hoeveel kinderen bij ons zijn.
Pleegzoon zegt: Wenn Du wieder zuhause bist, gibt's nur mir, ein Kind.
Wenn Du hier bist gibt's zwei Kinder.

Neeee, zegt kleinzoon, het is één kind en twee kinderen. Je zegt het fout, jij zegt Kinder.

Grappig ze hebben allebei gelijk.

maandag

Waar moet ik wonen als jullie doodgaan?


Onze pleegzoon Matt stelt interessante vragen. Over alles wil hij het naadje van de kous weten om maar eens een uitdrukking te gebruiken.
Hij hoorde dat we kleinkinderen hebben. Dus jullie zijn opa en oma?
Jazeker, zei ik, van twee jongens, 3 jaar en bijna 5 jaar.

Hij keek peinzend naar mij en zei: Dus jullie zijn al heel oud?
Nou, ik schoot natuurlijk direct in de ontkenning, nee hoor nog niet zo heel erg oud.
Jawel, zei hij, dat moet wel. Opa's en oma's zijn altijd oud.
En oude mensen gaan het eerste dood.

Waar moet ik wonen als jullie doodgaan?

Soms worden oude mensen heel erg oud, zei ik nog, om hem gerust te stellen.
Ik hoop dat jij nog heel lang bij ons kan wonen.

Hij heeft al zoveel verlies geleden dat dit nu zijn grootste angst is.



zondag

Mag ik naar de kerk?


We hebben maar één Nederlandse zender en dat is de BVN. Om half 7 was er het programma Nederland zingt van de EO.  Met ernstige gezichten zong men de christelijke liederen. Hoe blij de tekst ook was, aan de gezichten was dat niet te zien.
Wat zingen ze treurig, zei Matt, maar ik vind het wel mooi klinken.
Gaan we ook een keer naar de kerk, ik vind dat mooi.

Eeeh, misschien wel een keer, antwoordde ik.
Na een levenlang kerkgang zijn we 7 jaar geleden uit de kerk gekomen en hebben we geen kerk meer van binnen gezien. Hoewel dat vertrek ons geloof verdiept heeft en ons heeft bevrijd van het niet mogen en andere dingen weer moeten.

Maar goed, als hij graag wil gaan dan doen we dat vast wel een keer.
Misschien bij een speciale dienst of een zangdienst van het Leger des Heils.



woensdag

Gezondheidsverklaring


Gezondheidsverklaring.
Dat is toch een mooi woord voor een spelletje galgje.
In het Duits is het een veel langer en voor mij moeilijker woord.
Deze verklaring moesten we nog aan de nieuwe pleegzorginstelling Netzwerk afgeven.
Dus naar de huisarts. Met een briefje in mijn jaszak waarop het Duitse woord stond: Ärztliche Unbedenklichkeitsbescheinigung. Kijk, zo'n woord is natuurlijk niet te onthouden.

Helaas werken de Duitse huisartsen nog met een wachtkamer waarin je moet wachten tot je aan de beurt bent. De wachtkamer zat vol, vol met hoestende en koortsige mensen. Ook hier is de griep heel druk bezig alle mensen onder de wol te krijgen.
Toen we na anderhalf uur eindelijk aan de beurt waren, denk ik dat we genoeg virussen over ons uitgestort gekregen hadden om in de komende week ziek te worden.
Dus als we het niet worden, zijn we supergezond.

Na een kort gesprekje of we nog steeds niet aan de drugs waren of een alcoholprobleem hadden kregen we de brieven mee. Dat ging snel en makkelijk.

dinsdag

Inschrijven


Er moet heel wat gebeuren . Allereerst moeten we naar het gemeentehuis om Matt in de schrijven op ons adres. En dat gaat heel anders dan in Nederland.
We komen in een kantoor met 4 bureaus, waar 4 mensen aan werken. Rechts staan 4 stoelen, daar mogen we gaan zitten. Matt is druk en ratelt honderduit.
Plotseling hoor ik iemand: Gutenmittag zeggen. Eén van de bureaus staat achter een paal en zodoende zien we niet dat dat tegen ons gezegd wordt.
Uiteindelijk zien we dat ze naar ons lacht en kijkt: Komt u maar.
We vertellen wat we willen, laten zijn kinderpaspoort en onze ID-kaarten zien en ze gaat bij haar collega navragen of dit zomaar kan en mag. Ook hebben we een papier van Netzwerk waar op staat dat hij pleegkind bij ons is.
Intussen loopt Matt naar een ander bureau en gaat zitten kletsen met de persoon die daar zit. Hij vraagt van alles, of hij aan de stempeltjes mag zitten. Terwijl hij dit vraagt heeft hij er al een paar in handen en pakt een papiertje om te stempelen.

Netzwerk wordt gebeld om te vragen wat het vorige adres van Matt was, ze zet alles in de computer en vinkt aan dat het een geheim adres is, zodat bij navraag er een alarm afgaat en ze dat aan niemand vertellen.

Uiteindelijk zijn we klaar en willen we naar huis.
We krijgen Matt niet makkelijk mee, want hij heeft nog steeds aanspraak. Nu met alle drie medewerksters. De vierde is een man en hij kijkt lachend toe.

Ondanks alle negatieve verhalen, vind ik hem een vriendelijk en leuk joch.
Een beetje te vrij naar vreemden, maar ja, ze waren ook wel erg aardig naar hem.

donderdag

Van woorden lezen en lachen om niets


Matt doet het goed, hij is ook een leuke jongen. Wat een verschil met de klachten over hem uit het vorige pleeggezin. Hij zou niet meer spelen, ruzie zoeken, de oudere kinderen uitdagen en vooral heel erg vervelend zijn.
Natuurlijk heeft hij zijn bijzonderheden, zijn karaktereigenschappen en zijn gedrag wat te linken is aan verwaarlozing. Maar hij is zo leuk, heeft humor en is blij.
Hij praat veel, helpt graag en gaat graag met ons winkelen. Ook op school doet hij echt zijn best.
Elke dag moet hij van school 10 minuten lezen en dat moet dan afgetekend worden op een formulier. Dat doet hij meestal, als wij hem eraan herinneren.
Gisteren kwam hij erachter dat Wim eigenlijk niet zo heel erg goed Duits spreekt en leest.
Dus: voortaan moet niet alleen hij 10 minuten lezen, maar Wim ook. Dat deden ze samen, tot Wim er een geintje van maakt: Ein Schweinekuh, ein Schweinebrot en meer van dat soort ongein.
Matt zag er de humor wel van in en begon te lachen en deed mee met het verzinnen van nog gekkere woorden. Uiteindelijk kreeg hij de slappe lach en kwam niet meer bij.

Vandaag kwam onze begeleidster voor het eerst langs om te horen hoe het ging en wat we van Matt vonden. Het is zo leuk om dan te kunnen vertellen dat het goed gaat en dat hij zo'n leuk kind is.


Zorgen van een pleegkind


Twee weken geleden kwam Matt ons leven binnenwandelen. 6 jaar oud, bijna 7. Het ging niet meer in het pleeggezin waar hij, samen met zijn jongere broertje geplaatst was.
Er was ruzie met de eigen kinderen en hij voelde zich doodongelukkig.
Hij wilde niet meer naar school, niet meer spelen en lachte niet meer.

Hij is nu bij ons, geen concurrentie meer met andere kinderen en omdat wij al heel wat jaren pleegouder zijn, vallen we niet meer om van een beetje vreemd, moeilijk of bizar gedrag. Iets wat hij nog niet echt laat zien. Hij is zeer zelfbepalend. Laat nog niet echt voor zich zorgen. Logisch natuurlijk, als je weer eens bent verhuisd naar andere ouders en een nieuwe start moet maken op school. Maar hij praat wel veel.

Hij vertelde dat hij nu 4 moeders heeft. 4?? Ja, mama J. en toen heb ik nog bij een andere papa en mama gewoond, en toen bij papa en mama in W.  en nu bij jullie.
Ik leg uit dat zijn eigen mama ook zijn echte mama is. De andere moeders zijn pleegmoeders. Ja, maar als je nog zo klein bent is dat natuurlijk ook mama op een gegeven moment.

Vandaag kwam hij er achter dat wij ook kinderen hebben, maar dat die groot zijn en voor zichzelf kunnen zorgen. Ook zijn wij opa en oma van de twee jongens van onze dochter en schoonzoon.

Daar moest hij even over nadenken. Dus jullie zijn al heel oud? Als je opa en oma bent dan ben je oud.
Nou, niet heel oud, een beetje oud.
Els, zegt hij ineens, waar ga ik dan heen als jullie dood zijn?

Ach jongen, ik hoop nog lang niet dood te gaan, zo oud ben ik nog niet hoor.
En als het zo ver is dan zorgt mevrouw B. ervoor dat je weer leuke nieuwe pleegouders krijgt.

Ach jochie, wat een zorgen. Als je 6 jaar bent zou je zorgeloos moeten kunnen leven.